
De meest gebruikte naden zijn:
De open naad/opengestreken naad: voor middelzware tot zware stoffen, en voor het innaaien van de blinde rits.
De gesloten naad/samengevoegde naad: wordt vaak gebruikt voor dunne stoffen en tricot.
De Engelse/Franse naad: (voor heel dunne stoffen zoals satijn, viscose, chiffon, ook de meest nette afwerking): bij deze naad zit de gerafelde kant ingesloten in de naad. (Deze term wordt heel vaak door elkaar gebruikt, er zijn dan ook meningsverschillen daaromtrent.)
De afgebiesde naad: deze naad is afgewerkt met biaisband. Dit is om rafelen te voorkomen. Goed voor zeer gerafelde stoffen. Een variant ervan is de Hong Kong naad, deze naad is iets dunner dan de afgebiesde naad.
De jeansnaad of platte naad: dit is de typerende naad voor jeans. Kan ook wel de kapnaad genoemd worden.
In de volgende diavoorstelling zijn er foto’s aan toegevoegd als voorbeeld:
Naar welke kant moet men deze strijken?
De schoudernaden en zijnaden worden naar het ACHTERPAND gestreken, of men kan deze ook open strijken afhankelijk van de dikte van de stof of bij een beleg (schoudernaad).
De naden van het armsgat worden gestreken in de richting van de mouw, de binnennaad van de mouw naar achter of open gestreken.
De coupenaden horizontaal worden naar beneden gestreken.
De coupenaden verticaal worden naar het midden gestreken (MV of MA)
De taillenaad wordt naar beneden gestreken.
